49 Tinten grijs
Grijs is de koffie die geschonken goud gedronken wilde worden.
Die zich niet beroeren liet, niet met aandacht zachte volle room kreeg,
maar mager wit water na wassen van kwasten.
Droog brood dat zich beleggen liet met latex,
een jong belegen ontevredenheid met grijs spijt,
wat het spijs van mijn ochtend kleurloos kansloos deed voelen.
Ik nam een hardgekookt krijtje dat ik maar pellen bleef
tot het vanzelf begon te schrijven “Je had in bed moeten blijven”.
Met blote witte winter beentjes, badjas en een speentje
dat mijn gat vol zondags zeuren sluit,
zuig ik toch maar wat zonlicht uit de gedachte
dat hij morgen wel weer aan de hemel staat.